De gemiddelde walvishaai meet ongeveer 8 m, maar er zijn er gevonden die wel 15 m lang waren. Zo'n groot exemplaar weegt ongeveer 15 ton. Vrouwtjes zijn gemiddeld groter dan mannetjes.
De walvishaai heeft een brede en platte kop. De bek bevindt zich vooraan, niet onderaan de kop zoals bij veel andere haaien, en is net zo breed. Hij bevat 300 rijen kleine tanden, in totaal zo'n 3000. Deze lijken echter geen functie te hebben (zie onder). Opvallend zijn de drie richels die aan beide zijden langs een groot deel van het lichaam lopen. Aan de bovenkant is de walvishaai donkergrijs van kleur met grote witte tot lichtgele stippen en horizontale en verticale strepen. Deze strepen zijn een even uniek kenmerk als de vingerafdruk voor een mens. Dit vergemakkelijkt het werk van onderzoekers. De onderzijde van het lichaam is wit. De walvishaai heeft aan elke kant vijf kieuwopeningen. De huid is tot 10 cm dik. Leefgebieden Walvishaaien komen in alle wereldzeeën voor in het gebied tussen 30-40 graden noorderbreedte en 30-40 zuiderbreedte, maar in de oostelijke Atlantische Oceaan slechts tot de archipel Kaapverdië. In de Middellandse Zee vindt men ze ook niet. Sporadisch zijn de grote vissen ook in aquaria te bewonderen, zoals in het New York museum of aquatic habits. Er wordt vermoed dat ze migreren, maar daarover bestaat nog erg veel onduidelijkheid. Er zijn maar weinig plekken ter wereld waar ze met regelmaat komen. Eén daarvan is Ningaloo Reef in West-Australië. Veel walvishaaien verblijven daar elk jaar rond maart, de tijd dat er erg veel voedsel is. Een andere locatie waar ze met regelmaat verschijnen is het water voor de kust van Donsol in de Filipijnse provincie Sorsogon, net als in de Rode Zee en bij Tofo in Mozambique. Op deze en andere plekken is er veel belangstelling van toeristen voor ze. Er zijn vaak strikte regels ten aanzien van de benadering van walvishaaien. een mannelijke walvishaai in het Georgia Aquarium in de Amerikaanse stad Atlanta. Walvishaaien worden zowel in de open oceaan als nabij de kust aangetroffen. Soms worden ze zelfs in lagunes gezien. Ze zwemmen vaak vlak onder de waterspiegel en lijken water te prefereren dat een oppervlaktetemperatuur heeft van tussen de 21 en 25 graden met daarbij een opwaartse stroom van kouder water, van zo'n 17 graden. Vergeleken met andere haaien zwemmen ze erg langzaam, niet sneller dan ongeveer 5 km per uur. Hierbij bewegen ze hun hele lichaam, niet slechts hun staart zoals veel andere haaien doen. |